Blog 3 MSCNN

Gepubliceerd op 2 juli 2019 om 20:36

Hallo allemaal, 

De afgelopen maanden hebben mijn collega’s Marion en Jody zichzelf voorgesteld en een kijkje gegeven in het leven van een PhD student. Deze maand is het mijn beurt om over mezelf te vertellen en over mijn onderzoeksproject over het herstel van schade in multiple sclerose (MS). 

Wie ben ik?

Mijn naam is Wendy Oost en ik ben 25 jaar. Ik ben geboren en getogen in Sneek (Friesland) en ben in het laatste jaar van mijn bachelor (Biologie en Medisch Laboratoriumonderwijs aan het Van Hall Larenstein in Leeuwarden) verhuisd naar Groningen om daar in het UMCG stage te lopen. Hierna ben ik in Groningen gebleven om de master Biomedische Wetenschappen te volgen aan de Universiteit van Groningen. Tijdens mijn master had ik de wens om een stage in het buitenland te doen. Mijn criteria: ik zocht een project gerelateerd aan de hersenen, in een land met mooie natuur (en het liefst ook nog een beetje warm), over het algemeen een ontwikkeld land (met goede onderzoeksgroepen) en ook een voorkeur voor een Engelstalig land. Zodoende kwam ik terecht bij een onderzoeksgroep in Brisbane (Australië) waar ik met veel enthousiasme aan een project over de ziekte van Alzheimer heb gewerkt. Tijdens deze stage heb ik veel geleerd over stamcellen en het bewerken van DNA (met een techniek die CRISPR genoemd word). Natuurlijk heb ik naast mijn stage ook erg genoten van het land zelf en de prachtige natuur en de vele interessante diersoorten. Met name het vogelbekdier en de mierenegel vond ik heel bijzonder om in het wild te spotten. 

Toen ik terug naar Nederland kwam hoefde ik nog maar een paar studiepunten voor mijn master te halen, dus werd het tijd om alvast op zoek te gaan naar een PhD positie. Ik was meteen heel enthousiast toen ik de vacature zag voor dit project: het was precies wat ik zocht! Ik was dan ook heel erg blij toen ik gebeld werd dat ik was aangenomen. 

Sinds ik begonnen ben met mijn onderzoek is er van alles gebeurd en ik wil graag wat hoogtepunten met jullie delen.

Fryslan MoveS tijdens de Wandel Elfstedentocht op wereld MS dag

Mei = MS-maand

Op wereld MS dag, donderdag 30 mei j.l., hebben een aantal collega’s de volledige 3e etappe van de Friese wandel 11-stedentocht gelopen. Ik heb samen met mijn vriend en mijn moeder, samen met mensen met MS, de laatste 5 km van de etappe gelopen. Dit vond ik een hele bijzondere ervaring. Ik werk namelijk aan MS, maar mensen met MS had ik nog niet eerder ontmoet. Ik was heel erg onder de indruk van de positiviteit en kracht van iedereen. Echt heel erg knap wat ze op die dag gepresteerd hebben, we zijn met zijn allen samen over de finish gegaan! Ik was al heel enthousiast en gemotiveerd over mijn onderzoek naar MS, maar deze ervaring heeft mijn motivatie zeker nog een extra boost gegeven. 

De dag werd afgesloten door een opname van het weerbericht van Piet Paulusma.

Om een indruk van de dag te krijgen is het zeker leuk om aflevering 149 en 150 van Piet’s weerbericht even te bekijken. 

Figuur 1 – Cellen in het centrale zenuwstelsel in gezonde en door MS aangetaste gebieden.

Figuur 1 – Cellen in het centrale zenuwstelsel in gezonde en door MS aangetaste gebieden.

Cellen in het centrale zenuwstelsel in gezonde en door MS aangetaste gebieden. In het centrale zenuwstelsel zitten verschillende soorten cellen. Rondom de cellen zit een matrix, die vooral uit eiwitten bestaat, welke de extracellulaire matrix (ECM) wordt genoemd. De (1) ondersteunende astrocyten (groen), de immuuncellen van het brein (de microglia, rood), de neuronen (beige) en de oligodendrocyten (blauw). De oligodendrocyten (blauw) zijn cellen die een laagje myeline om de neuronen legt waardoor de neuronen beschermd worden en snel zenuwprikkels kunnen geleiden. In MS is de myelinelaag door nog onbekende oorzaak beschadigd en herstelt zich uiteindelijk niet meer.  

 

Ons onderzoek

Maar wat gebeurt er eigenlijk in de hersenen van mensen met MS en waar gaat ons onderzoek naar MS nou precies over? Aangezien ik graag een beetje creatief bezig ben heb ik een figuur gemaakt die weergeeft wat er mis gaat in MS (zie figuur 1). In de hersenen zitten verschillende soorten cellen, waarvan waarschijnlijk de meest bekende cellen de neuronen zijn. Deze zenuwcellen zorgen voor het verzenden en ontvangen van zenuwprikkels en worden beschermd met een laagje vettige stof, genaamd ‘myeline’. In MS is de myelinelaag op sommige plekken in de hersenen of ruggenmerg beschadigd waardoor er symptomen ontstaan. De aard van de symptomen is afhankelijk van waar in de hersenen of ruggenmerg er een beschadiging is en kunnen daardoor per individu heel verschillend zijn. 

Marion en Jody hebben in de vorige blogs al verteld over onze eerste stapjes als PhD studenten. Onze drie projecten zijn zodanig gelinkt dat we samen proberen de oorzaak voor het niet herstellen van de myelinelaag in MS te achterhalen. We kijken naar de verschillen in RNA expressie (Marion), de omgeving van de cellen (Jody) en het oppervlak van de cellen en de uiterlijke kenmerken van het hersenweefsel (mijn project) in de hersenen van mensen zonder MS en mensen met MS (zie figuur 2). Bovendien proberen we samen een beter model te ontwikkelen die we kunnen gebruiken om MS in een kweekschaal te bestuderen. Dit model is een soort drie dimensionaal (3D) mini-breintje die we maken met behulp van stamcellen die uit de lichaamseigen cellen van mensen zonder of met MS gemaakt zijn.  

Figuur 2 – Schematische weergave van onze PhD projecten over MS. Marion kijkt naar veranderingen in de RNA expressie van de cellen (blauw), Jody kijkt naar de omgeving van de cellen (Roze) en Wendy kijkt naar het oppervlak van de cellen en de uiterlijke k

Figuur 2 – Schematische weergave van onze PhD projecten over MS. Marion kijkt naar veranderingen in de RNA expressie van de cellen (blauw), Jody kijkt naar de omgeving van de cellen (Roze) en Wendy kijkt naar het oppervlak van de cellen en de uiterlijke kenmerken van de cellen (groen) in hersenweefsel van overleden mensen met en zonder MS. (EM figuur van Marton et al., 2019).

Mijn project bestaat dus uit drie onderdelen; (1) het analyseren van de eiwitten op het oppervlak van de hersencellen, (2) het heel gedetailleerd in kaart brengen van de uiterlijke kenmerken van cellen in het hersenweefsel en (3) het ontwikkelen van 3D mini-breintjes om MS in een kweekschaal te bestuderen. De afgelopen maanden ben ik bezig geweest met al deze drie onderwerpen, maar voor deze blog zoom ik in op de 3D mini-breintjes. Samen met Marion ben ik bezig geweest met het kweken van stamcellen die uit de lichaamseigen cellen van mensen zonder of met MS gemaakt zijn. We moesten eerst nog een beetje leren hoe we deze cellen het beste konden verzorgen. Inmiddels zijn we begonnen met het maken van 3D mini-breintjes. Maar wat zijn stamcellen en wat moet je je nou voorstellen bij een 3D mini-breintje?

De stamcellen die wij gebruiken worden gemaakt door lichaamseigen volwassen cellen (van bijvoorbeeld de huid of uit het bloed) kunstmatig weer om te vormen naar stamcellen. Uit een stamcel kan vervolgens ieder celtype van ons lichaam worden gemaakt, waaronder dus ook de celtypen die voorkomen in de hersenen. Op deze manier kunnen we 3D mini-breintjes maken van mensen met en zonder MS . Deze 3D mini-breintjes zijn echt mini, ze worden maximaal ongeveer 4 mm in doorsnede (zie figuur 3). Met behulp van deze 3D mini-breintjes verwachten we het ziekteproces bij MS beter te gaan begrijpen.

Ik ben heel erg enthousiast over onze piepjonge 3D mini-breintjes en vertel jullie graag meer over dit onderwerp en de andere onderwerpen van mijn project in mijn volgende blog. Maar eerst zal Marion volgende maand weer een update geven over haar belevenissen in het leven als PhD student.

Figuur 3 - Mini-breintjes van 3 dagen dagen oud. Het ingezoomde mini-breintje is ongeveer 0.35-0.40 millimeter.

Figuur 3 - Mini-breintjes van 3 dagen dagen oud. Het ingezoomde mini-breintje is ongeveer 0.35-0.40 millimeter. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.